In de late middeleeuwen waren er veel wantoestanden. Zo waren er nederlagen tegen de Turken, hongersnoden, epidemieën en oorlogen. De mensen geloofden dat God hen strafte voor hun zonden. Ze wilden in de hemel raken en dat kon alleen via de kerk. De clerus werd rijk doordat de mensen aflaten kochten. Toch hadden zij al hun aanzien verloren. De rijkdom maakte dat de bevolking verlangde naar hervorming. Ook het kritisch denken van de humanisten versterkte dat verlangen. Zij wezen op het verschil tussen de oorspronkelijke bijbelteksten en de Latijnse Vulgaat.
Tijdens de reformatie keerde men terug naar de bron, de Heilige Schriften, de bijbel. Maarten Luther was er van overtuigd dat alleen het geloof volstond om in de hemel te komen. De aflaten vond hij belachelijk. Hij verkreeg een revisie van de mis. Zo werd de mis opgedragen in de volkstaal. Hij bracht ook meer muziek in de kerk. Zijn aanhangers volgden het lutheranisme.
Ook Calvijn hervormde de kerk. Hij benaderde de voorbestemming of predestinatie. Dit sloot aan bij de vraag: ‘Hoe kom ik in de hemel?’ en de zaligmaking. Hij vond dat de sfeer in de misvieringen koud en kil was. Hij vond dat zingen een vorm van intenser bidden was. Calvijn bracht psalmen aan, die vertaald waren in de volkstaal. Zo begreep de burgerij wat ze zongen. Deze manier van denken werd het calvinisme genoemd. Het lutheranisme en het calvinisme behoorden tot het protestantisme.
Toch hield de reformatie niet lang stand, van ca. 1450 tot 1550. Het protestantisme werd razend snel verspreid aan de hand van de boekdrukkunst. Luthers en Calvijns overtuigingen deden verschillende ideeën ontstaan bij de bevolking. Door deze overtuigingen ontstonden er nieuwe strekkingen, bijvoorbeeld het Anglicanisme. De aanhangers van het Anglicanisme verwierpen de kinderdoop en verdedigden de gelijkheid en het gemeenschappelijk bezit.De katholieke kerk probeerde door middel van de inquisitie het protestantisme te bestrijden. Ze moesten de ketterij constateren, de beklaagde bekeren en een boetedoening opleggen. Als de protestanten weigerden zich te bekeren tot het Christendom werden ze verbrand, gemarteld of verbannen uit de kerk.
Dit leidde tot godsdienstoorlogen en onverdraagzaamheid. Het concilie van Trente stelde enkele dogmatische bepalingen op. Een voorbeeld daarvan is canon 11, zitting VI: “ Indien iemand beweert dat alle christenen de macht hebben om het woord van God te verkondigen en de sacramenten toe te dienen, dan treft hem de banvloek.” Het edict van Nantes probeerde vrede te brengen door religieuze verdraagzaamheid.
Toch kon men de reformatie niet tegenhouden.
Ca. 1740 leek de scheuring in de christenheid onveranderlijk. De twee geloofsgroepen waren beiden overtuigd van hun gelijk. De Protestaanse kerken lijnden aan de ene kant hun geloof scherp af, maar aan de andere kant probeerden ze hun aanhang te controleren. De kerk van Rome hervormde zichzelf. Het concilie van Trente had nog voor Luther een hervormingsbeweging gestart. Het nam ook hervormingsmaatregelen tegen de misstanden. Dit concilie die een belangrijke rol speelde bij de contrareformatie resulteerde in een triomfantelijk katholicisme. Het leidde ook tot een overzeese missionering. De kerk was zo trots dat ze het protestantisme had overwonnen dat ze dat wou uiten in de kunst, meerbepaald de barok.
Tijdens de reformatie keerde men terug naar de bron, de Heilige Schriften, de bijbel. Maarten Luther was er van overtuigd dat alleen het geloof volstond om in de hemel te komen. De aflaten vond hij belachelijk. Hij verkreeg een revisie van de mis. Zo werd de mis opgedragen in de volkstaal. Hij bracht ook meer muziek in de kerk. Zijn aanhangers volgden het lutheranisme.
Ook Calvijn hervormde de kerk. Hij benaderde de voorbestemming of predestinatie. Dit sloot aan bij de vraag: ‘Hoe kom ik in de hemel?’ en de zaligmaking. Hij vond dat de sfeer in de misvieringen koud en kil was. Hij vond dat zingen een vorm van intenser bidden was. Calvijn bracht psalmen aan, die vertaald waren in de volkstaal. Zo begreep de burgerij wat ze zongen. Deze manier van denken werd het calvinisme genoemd. Het lutheranisme en het calvinisme behoorden tot het protestantisme.
Toch hield de reformatie niet lang stand, van ca. 1450 tot 1550. Het protestantisme werd razend snel verspreid aan de hand van de boekdrukkunst. Luthers en Calvijns overtuigingen deden verschillende ideeën ontstaan bij de bevolking. Door deze overtuigingen ontstonden er nieuwe strekkingen, bijvoorbeeld het Anglicanisme. De aanhangers van het Anglicanisme verwierpen de kinderdoop en verdedigden de gelijkheid en het gemeenschappelijk bezit.De katholieke kerk probeerde door middel van de inquisitie het protestantisme te bestrijden. Ze moesten de ketterij constateren, de beklaagde bekeren en een boetedoening opleggen. Als de protestanten weigerden zich te bekeren tot het Christendom werden ze verbrand, gemarteld of verbannen uit de kerk.
Dit leidde tot godsdienstoorlogen en onverdraagzaamheid. Het concilie van Trente stelde enkele dogmatische bepalingen op. Een voorbeeld daarvan is canon 11, zitting VI: “ Indien iemand beweert dat alle christenen de macht hebben om het woord van God te verkondigen en de sacramenten toe te dienen, dan treft hem de banvloek.” Het edict van Nantes probeerde vrede te brengen door religieuze verdraagzaamheid.
Toch kon men de reformatie niet tegenhouden.
Ca. 1740 leek de scheuring in de christenheid onveranderlijk. De twee geloofsgroepen waren beiden overtuigd van hun gelijk. De Protestaanse kerken lijnden aan de ene kant hun geloof scherp af, maar aan de andere kant probeerden ze hun aanhang te controleren. De kerk van Rome hervormde zichzelf. Het concilie van Trente had nog voor Luther een hervormingsbeweging gestart. Het nam ook hervormingsmaatregelen tegen de misstanden. Dit concilie die een belangrijke rol speelde bij de contrareformatie resulteerde in een triomfantelijk katholicisme. Het leidde ook tot een overzeese missionering. De kerk was zo trots dat ze het protestantisme had overwonnen dat ze dat wou uiten in de kunst, meerbepaald de barok.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten