vrijdag 20 april 2012

Verlichte denkers

Imannuel Kant is geboren in 1724 en is gestorven in 1804. Hij was een Duitse filosoof, theoloog en een wis- en natuurkundige. Hij was voor de onbegrensde vrijheid van meningsuiting en het gebruik van eigen verstand.




François-Marie Arouet ofwel Voltaire is geboren in 1694 en is gestorven in 1778. Hij was anti-religieus dat betekent dat hij tegen godsdienstige intolerantie is. Ook was hij anti-democratisch dat houd in dat hij vond dat een absolute vorst dient de vrijheid van denken te garanderen.     
Van geloof was hij een deïst, God als natuurwetenschapper.




John Locke is geboren in 1632 en is gestorven in 1704. Hij was een Engelse filosoof en schrijver. Locke was tegen het absolutisme dat in houd dat één iemand alle macht heeft en alles beslist. Hij vond dat de regering de vrijheid van de burgers moet verdedigen op basis van de wet.




Charles Louis de Secondat baron de La Brède et de Montesquieu is geboren in 1689 en is gestorven in 1755. Montesquieu is de bedenker van de trias politica, dat is de scheiding van de rechterlijke, wetgevende en uitvoerende macht. Hij nam het Engels bestuur als voorbeeld.
Montesquieu was een fel tegenstander van slavernij.




Jean-Jacques Rousseau is geboren in 1712 en is gestorven in 1778. Hij was een Zwitsers-Franse schrijver, componist en denker. Ook was hij een democraat, hij was de grondlegger van het idee van volkssoevereiniteit. Volkssoevereinitiet houdt in dat de macht van de staat bij het volk ligt. Het volk vertrouwt de staatsmacht toe aan een gekozen regering. Daarom was Montesquieu dus ook voor een volksvergadering die in naam van de bevolking haar ‘algemene wil’uit voert.




Adam Smith is geboren in 1723 en is gestorven in 1790. Hij was een Schotse econoom. Ook was hij de grondlegger van de ‘vrije markt’, dit was een reactie op het mercantilisme. Smith vond dat de mens in vrijheid dient te kunnen streven naar economische verbetering. Smith’s belangrijkste werk is An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations.

donderdag 19 april 2012

Godsdienstvrijheid voor de Verlichting..

In de late middeleeuwen waren er veel wantoestanden. Zo waren er nederlagen tegen de Turken, hongersnoden, epidemieën en oorlogen. De mensen geloofden dat God hen strafte voor hun zonden. Ze wilden in de hemel raken en dat kon alleen via de kerk. De clerus werd rijk doordat de mensen aflaten kochten. Toch hadden zij al hun aanzien verloren. De rijkdom maakte dat de bevolking verlangde naar hervorming. Ook het kritisch denken van de humanisten versterkte dat verlangen. Zij wezen op het verschil tussen de oorspronkelijke bijbelteksten en de Latijnse Vulgaat.

Tijdens de reformatie keerde men terug naar de bron, de Heilige Schriften, de bijbel. Maarten Luther was er van overtuigd dat alleen het geloof volstond om in de hemel te komen. De aflaten vond hij belachelijk. Hij verkreeg een revisie van de mis. Zo werd de mis opgedragen in de volkstaal. Hij bracht ook meer muziek in de kerk. Zijn aanhangers volgden het lutheranisme.
Ook Calvijn hervormde de kerk. Hij benaderde de voorbestemming of predestinatie. Dit sloot aan bij de vraag: ‘Hoe kom ik in de hemel?’ en de zaligmaking. Hij vond dat de sfeer in de misvieringen koud en kil was. Hij vond dat zingen een vorm van intenser bidden was. Calvijn bracht psalmen aan, die vertaald waren in de volkstaal. Zo begreep de burgerij wat ze zongen. Deze manier van denken werd het calvinisme genoemd. Het lutheranisme en het calvinisme behoorden tot het protestantisme.

Toch hield de reformatie niet lang stand, van ca. 1450 tot 1550. Het protestantisme werd razend snel verspreid aan de hand van de boekdrukkunst. Luthers en Calvijns overtuigingen deden verschillende ideeën ontstaan bij de bevolking. Door deze overtuigingen ontstonden er nieuwe strekkingen, bijvoorbeeld het Anglicanisme. De aanhangers van het Anglicanisme verwierpen de kinderdoop en verdedigden de gelijkheid en het gemeenschappelijk bezit.
De katholieke kerk probeerde door middel van de inquisitie het protestantisme te bestrijden. Ze moesten de ketterij constateren, de beklaagde bekeren en een boetedoening opleggen. Als de protestanten weigerden zich te bekeren tot het Christendom werden ze verbrand, gemarteld of verbannen uit de kerk.
Dit leidde tot godsdienstoorlogen en onverdraagzaamheid. Het concilie van Trente stelde enkele dogmatische bepalingen op. Een voorbeeld daarvan is canon 11, zitting VI: “ Indien iemand beweert dat alle christenen de macht hebben om het woord van God te verkondigen en de sacramenten toe te dienen, dan treft hem de banvloek.” Het edict van Nantes probeerde vrede te brengen door religieuze verdraagzaamheid.
Toch kon men de reformatie niet tegenhouden.

Ca. 1740 leek de scheuring in de christenheid onveranderlijk. De twee geloofsgroepen waren beiden overtuigd van hun gelijk. De Protestaanse kerken lijnden aan de ene kant hun geloof scherp af, maar aan de andere kant probeerden ze hun aanhang te controleren. De kerk van Rome hervormde zichzelf. Het concilie van Trente had nog voor Luther een hervormingsbeweging gestart. Het nam ook hervormingsmaatregelen tegen de misstanden. Dit concilie die een belangrijke rol speelde bij de contrareformatie resulteerde in een triomfantelijk katholicisme. Het leidde ook tot een overzeese missionering. De kerk was zo trots dat ze het protestantisme had overwonnen dat ze dat wou uiten in de kunst, meerbepaald de barok.

Godsdienstvrijheid in de Verlichting..

De Verlichting kwam na de Renaissance, in de Renaissance was er nog geen godsdienstvrijheid. Dus de Verlichting was helemaal nieuw. In deze tijd waren er verschillende filosofen, die nadachten over allerlei verschillende onderwerpen. Ze hadden allemaal hun eigen ideeën over politiek, socialisme, economie en op het gebied van godsdienst. Sommige denkers waren voor godsdienstvrijheid, en sommige Verlichte denkers waren tegen godsdienstvrijheid.
Verschillende vorsten waren het ook eens met Verlichte denkers die voor godsdienstvrijheid waren, zij waren geen absolute vorsten meer, maar absolute verlichte vorsten. Absolute vorsten willen alles zelf beslissen, maar absolute verlichte vorsten willen ook dingen doen die goed voor het volk zijn. Zo mochten ze bijvoorbeeld in verschillende streken hun eigen godsdienst behouden en beoefenen.
De Verlichte denkers die vooral voor godsdienstvrijheid waren, waren: Immanuel Kant, Voltaire, John Locke, Montesquieu en Smith. Deze worden behandeld in een ander bericht van ons.

donderdag 12 april 2012

De Verlichting is ...

Het is moeilijk aan te geven wanneer de Verlichting precies ontstond, maar de Renaissance en de Reformatie hebben er beide veel invloed op gehad. De verlichting begon ongeveer in 1650 tot het einde van de 18e eeuw. De verlichting wordt ook gezien als de eeuw van de rede, omdat de mensen vanuit hun verstand beredeneerden. De mens gaat zoeken naar nieuwe kennis (wetenschap) en een nieuwe samenlevingsvorm met een goede rechtvaardigheid. Het ontstaan van de verlichting heeft verschillende oorzaken: de renaissance , wetenschappelijke revolutie en de reformatie (kerkscheuring) hebben daar een grote rol in gespeeld. Ook kan het ontstaan van de verlichting worden gezien als een reactie op de macht die de adel had (soort demonstratie).
Godsdienstige gedachten moesten niet langer het denkbeeld vormen, er moest meer aandacht komen voor zintuiglijke waarnemingen en de conclusies die uit die waarnemingen getrokken konden worden. Het logisch denken moest boven de godsdienstige overheersing staan! De naam de verlichting komt van het verlicht denken. Hiermee wordt bedoeld dat de mensen door hun geloof "in het donker werden gehouden". Mensen werden in hun handelingen en vooral gedachten beperkt door hun geloof; God is het antwoord op alle vragen! Door de verlichtingsfilosofen werd het licht als het ware aangedaan. Gedachten stonden niet langer in het teken van god maar in het teken van zintuiglijke waarnemingen.
De encyclopedie was een typisch product van de verlichting. Dat kwam omdat er veel informatie en kritieken in stonden. De aanhangers van de verlichting vonden dat het rationele denken niet alleen moest worden toegepast in de wetenschap, maar in de maatschappij en op hoe de mens leeft. Het verlichte denken zou een eind maken aan de 'duistere tijd' van domheid, intolerantie, geloofsfanatisme (erg extreem zijn in het geloof) en onredelijke verschillen tussen mensen. Het rationalisme bracht licht in het leven. Rationalisme is een denksysteem dat zich baseert op kennis en zegt dat de kennis verantwoordelijk is voor de oorsprong van ideeën.

Godsdienstvrijheid is ...

Godsdienstvrijheid is niet vanzelfsprekend, want in veel landen worden mensen vervolgd om hun geloof. Maar wat is godsdienstvrijheid nou precies?

De definitie van godsdienstvrijheid is ‘Vrijheid om in het openbaar een godsdienst te belijden of uit te oefenen die men zelf verkiest.’
Maar wat word er mee bedoeld? Godsdienstvrijheid, een lang en veelbelovend woord, maar is het wel zo veelbelovend? Ja zou je daar op antwoorden, maar toch valt dit nog tegen. Het hoort wel bij de klassieke grondrechten, al worden mensen nog steeds nagekeken omdat iemand een hoofddoekje op heeft, of een keppeltje. Of word er gescholden met Allah.
Toch staat het in artikel 18 van de klassieke grondrechten, daar staat geschreven:
“Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van geboden en voorschriften.”

Godsdienst vrijheid zoals het nu is is begonnen in de verlichting, verlichtte denkers gingen er over discussiëren. Meer hierover in andere berichten.